RAADSPRAAT

Zoals veel mensen in Diemen ben ik “import”, een Diemenaar (Amsterdammers maken
geen onderscheid tussen Amsterdammenaar/Amsternaar en Amsterdammernees/Amsternees). Maar ik voel me niet buitengesloten door het onderscheid dat in onze gemeente wordt gemaakt tussen degenen van elders en de oorspronkelijke bewoners van de nederzetting aan de Diem. Ik beschouw het als een welkomst-knipoog.

Bovendien kan ik mij beroepen op wortels die zo dichtbij de grond in gingen dat een paar van de uitlopers zeker in het Diemense veen terecht gekomen zijn.
Tot mijn tiende woonde ik in de Bijlmer. Op 21 september 1991 (de eerste dag van de herfst) verhuisden mijn ouders naar Amsterdam Oost. We reden met de verhuisbus twee keer heen en weer, dwars door Diemen. Vanuit Oost hadden mijn vader en ik een vast rondje om te wandelen. Raad eens waar dat rondje doorheen liep. Juist, door Diemen.
Langs de weilanden van Science Park, door Diemen Noord, naar het station, langs het
spoor, langs de ringdijk, fietsbrug over, terug de grote stad in. Mijn vader is dat rondje
blijven lopen tot het einde.

Sinds 2018 is Diemen mijn thuis. Het eerste jaar in de Burgemeester de Kievietstraat.
Vanaf 2020 wonen we in de Sniep. Met regelmaat loop ik langs de Diem of door het Penbos. Hardlopen doe ik langs de Gaasp. Je bent vanuit Diemen zo snel in het groen! We hebben een fantastische bibliotheek/theater. GroenLinks maakt zich hard voor behoud en uitbreiding van dit soort zaken, die samen met de bewoners de ziel vormen van de gemeente. Als fractieopvolger hoop ik daaraan een bijdrage te kunnen leveren. Maar over politiek in een volgende column meer.