Op de algemene ledenvergadering van 20 november 2012 was Dick Pels bij ons te gast, directeur van het wetenschappelijk bureau De Helling. Wij gingen met hem in gesprek over de kernwaarden van GroenLinks. Na een turbulent jaar en een verkiezingsnederlaag is het de hoogste tijd om deze nog eens goed te doordenken. Waar staat GroenLinks voor? Moet de partij groener of juist linkser? En hoe staat het met de vrijzinnigheid en openheid, aspecten die onder het leiderschap ven Femke Halsema veel aandacht kregen? De partijraad sprak zich op 17 november uit voor een linksere koers. Dick Pels houdt een pleidooi voor een GroenLinks dat groener èn linkser is, omdat deze bij elkaar horen.

Groen en links horen bij elkaar, omdat groen en duurzaam handelen altijd een kwestie van herverdeling is. Groen Rechts kan daarom niet bestaan. Wat wel degelijk nog steeds bestaat is de tegenstelling tussen links en rechts. Rechts gaat ervan uit dat mensen zelf hun kansen benutten. Dat gaat zeker op voor een groot deel van de burgers. Maar alleen zeggen dat mensen gelijke kansen hebben en verder niets doen, is een lege huls. Er zijn teveel krachten die bij niet-sturen de rijken rijker laten worden, de armen kwetsbaarder maken en de grondstoffen laten opraken. Er moet dus meer gebeuren om een eerlijke en evenwichtige samenleving te krijgen en in dat ‘meer’ moeten de waarden zitten van GroenLinks.

Een aantal aspecten die Dick Pels in dit verband noemde, zijn:

  • Herverdeling. Grondstoffen worden schaars, de energiebehoefte stijgt en geld is niet eerlijk verdeeld. De verschillen tussen arm en rijk worden steeds groter, ook wereldwijd. Om klimaatrampen, vluchtelingenstromen en andere sociale onrust te voorkomen zal gezocht moeten worden naar betere verdeling, ook in het belang van de rijken.
  • Het goede leven. Het goede leven gaat over toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, over ontspanning en schone lucht. Dit moet voor zoveel mogelijk mensen bereikbaar zijn.
  • Emoties laten doorklinken. GroenLinksers zijn goed in het rationeel verwoorden van argumenten. Toehoorders mogen best merken dat onze partij diep geraakt is door de zaak waar zij voor staat.
  • Naast kansen bieden ook: emancipatie en participatie bevechten. Geef mensen naast kansen ook de power om er iets mee te doen. Dat geeft zelfrespect. Iemand die zelfrespect verliest zal dat gaan zoeken in zaken als nationalisme en vatbaar worden voor populisme.
  • Sociale bescherming. GroenLinks heeft te gemakkelijk gedacht over de sociale bescherming die mensen nodig hebben als basis voor hun bestaan. Pas als dat goed geregeld is, kunnen mensen hun talenten ontplooien.
  • Groene groei of grenzen aan de groei. Bij groene groei gaat de aandacht naar technologische ontwikkelingen die duurzaamheid en economische groei met elkaar verzoenen (‘lichtgroen’). Wie grenzen aan de groei wil stellen, problematiseert dit en kiest voor een circulaire economie (‘donkergroen’). Dick neigt naar de tweede opvatting.
  • Groen niet afdoen als een onderwerp waar iedereen het al over eens is.

Het groene aspect van GroenLinks verdient net zoveel aandacht en investering als het sociale aspect. Zoals eerder gezegd, deze twee kunnen niet zonder elkaar. De taak voor de komende tijd is om deze inhoud in een pakkende boodschap te vatten. Alleen zo kan GroenLinks de afgehaakte leden en kiezers terugwinnen.

Dick heeft met deze denkbeelden zeker een opening geboden om de toekomstige koers van GroenLinks richting te geven. Maar het laatste woord is niet gezegd. Het samengaan van de groene en de sociale kant van de partij wordt door niet weinigen gevoeld als een spanningsveld. Keuzes in de praktijk zijn niet altijd zomaar als groen of links te benoemen. Maar laten we vooral hierover het gesprek met elkaar blijven voeren.