Al vanaf het begin heeft GroenLinks Diemen duidelijk gemaakt tegen de komst van de biomassacentrale in Diemen te zijn. We werden als gemeenteraad geconfronteerd met de verklaring van geen bedenkingen (vvgb) welke nodig was voor de Provincie om verder te gaan met het verlenen van de omgevingsvergunning. We hebben als fractie heel kritisch gekeken en gezocht naar mogelijkheden om tegen te stemmen, om een reden te vinden om de komst te dwarsbomen.
Dit is ons helaas niet gelukt. We hebben de vvgb moeten afgeven, omdat wet- en regelgeving ons hiertoe dwong. Ook de Provincie is gebonden aan de landelijke wet-en regelgeving en heeft kennelijk geen redenen gevonden om de vergunning te weigeren. We balen hier van! Gelet op de huidige regels die gelden m.b.t. Biomassacentrales in Nederland is gebleken dat we als gemeente en als provincie weinig invloed hebben. Hoe graag we dit met z’n allen ook zouden willen. We hadden echter wel hoop. Hoop dat de Provincie alsnog een reden zou vinden om te weigeren. Bijvoorbeeld vanwege de nieuwe ontwikkelingen omtrent stikstof. Ergens hadden we ook de hoop dat Vattenfall zich iets zou aantrekken van de publieke opinie en zou besluiten de bouw niet door te laten gaan. Het mocht allemaal niet zo zijn. Maar we blijven bij ons standpunt: wij willen de biomassacentrale niet!
Nadat eerder de Statenleden Anouk Gielen (GroenLinks) en Joost van Gilse (VVD) schriftelijke vragen hebben gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten over de natuurvergunning voor de biomassacentrale in Diemen, die op 8 april jl door het provinciebestuur aan energiebedrijf Vattenfall is verleend.
En in navolging van de brief van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) voelt GroenLinks Diemen de behoefte haar zorgen met betrekking tot de maatschappelijke onrust en voor wat betreft de zorgen met betrekking tot technische en duurzaamheidsaspecten. GroenLinks Diemen heeft daarom op 4 mei een brief geschreven aan de voorzitter, mevr prof. Katrien Termeer, van de SER-werkgroep Biomassa (zie download hieronder). Wij willen nogmaals de aandacht vestigen op het gebrek aan lokaal draagvlak en zeggenschap van de lokale overheid.