Ruud Grondel is tien jaar wethouder in Diemen. Joke Schenk, voorzitter van GroenLinks Diemen, ging in gesprek met de ervaren bestuurder.
Ruud, je bent nu 10 jaar GroenLinks wethouder in Diemen. Gefeliciteerd! Was je al eerder wethouder?
“Ik ben eerder wethouder geweest in stadsdeel Amsterdam Westerpark, Amsterdam centraal en in Haarlem. Het was net duidelijk dat GroenLinks niet zou terugkeren in het College in Haarlem na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, toen GroenLinks Diemen met het verzoek kwam om na te denken over het wethouderschap. Ik heb toegezegd en heb daar nooit spijt van gehad.”
Het is toch wel iets anders: na twee grote steden terechtkomen in een kleine gemeente als Diemen.
“Inderdaad, maar besturen is leuk! En werken in een kleine gemeente heeft grote voordelen. De lijnen zijn kort en je hebt meer tijd om actief te zijn buiten de gemeente. Ik heb een groot netwerk en heb veel regionale taken vervuld. Ik ben actief in de regionale jeugdzorg, in groen en tot voor kort in diverse organisaties die zich bezighouden met water. Je kunt zo steeds schakelen tussen lokaal, regionaal en landelijk. Dat levert veel op voor al die niveaus en het maakt mijn werk interessant. Ik vind het niet prettig om te moeten dweilen terwijl ik niet aan de kraan kan draaien. Daarbij komt dat Diemen een echte gemeenschap is. Alle kinderen gaan hier in het dorp naar de basisschool. We hebben grote ouderenbonden en de kerken spelen een rol van betekenis. Je kunt hier echt kijken naar wat men nodig heeft en ontmoetingen faciliteren in plaats van klakkeloos het rijksbeleid uitvoeren.”
Noem eens een voorbeeld.
“Ik denk bijvoorbeeld aan Inspiratiecentrum El’sina. De initiatiefnemers kwamen met mij praten. Ik raakte enthousiast, maar merkte aan het eind van het gesprek op dat zij nog niet om subsidie gevraagd hadden. “Dat willen we ook niet”, zeiden ze, “maar we willen wel graag met jou als wethouder van gedachten wisselen over de mogelijkheden van onze ontmoetingsplek”. Sindsdien heb ik velen naar El’sina kunnen doorverwijzen en zijn er mooie contacten tot stand gekomen.”
In 2006 kwam je na je aantreden in de onderhandelingen terecht en in je eerste coalitie met VVD en PvdA. Hoe ging dat?
“Er was een enorme drive om tot een stabiel bestuur te komen. In de voorafgaande periode had het Centrumplan littekens nagelaten. Het had geleid tot het uiteenvallen van diverse fracties en tot een bestuurlijke chaos. De Raad wilde ervaren bestuurders. Daardoor hebben wethouder Lex Scholten (PvdA), Leo Worm (VVD) en ik de kans gekregen om rust te brengen en stevig, nieuw beleid te maken…. Dat heeft heel goed gewerkt. We gunden elkaar de ruimte om uit de verf te komen en successen te boeken.”
Ik weet nog dat je in die eerste periode een grote portefeuille had en vaak in de krant stond. Wat waren je taken?
“Ik had Welzijn, Onderwijs, Cultuur en Sport onder mijn hoede. Niet alle taken waren even arbeidsintensief, maar ze zorgden er wel voor dat ik heel zichtbaar was in het dorp. Als je een school sloopt of opent, ben je nu eenmaal beter zichtbaar dan als je je over de gemeentelijke financiën buigt.”
En toen kwam je na de verkiezingen van 2010 in een coalitie met SP, D’66 en PvdA. Veranderde er veel voor je?
“Ineens waren we met vier wethouders, dus de kaarten moesten opnieuw geschud worden. Het college bestond uit de drie vrouwen Amy Koopmanschap (GroenLinks, burgemeester), Maïta van der Mark (SP-wethouder) en Jeannette Pietersen (D’66-wethouder), met daarnaast Lex Scholten en ik. Dat merk je wel in de manier van werken. Een gemengd team is, vind ik, zeer plezierig. Vrouwen letten goed op de onderlinge sfeer. Professioneel was het basisgevoel ook goed. Er was nu meer politieke ruimte voor het oppakken van het armoedebeleid. Mijn portefeuilles Sport en Cultuur leverde ik in, maar de voorbereidingen voor de decentralisaties in de zorg kwamen erbij. Dat betekende dat ik wellicht wat minder in de schijnwerpers kwam te staan, maar het werken aan Jeugdzorg, de Wmo en de Participatiewet was en is voor mij zeer motiverend. En er waren genoeg andere, interessante ontwikkelingen. Denk aan het introduceren van de brede school, het Ouder-Kind Centrum, De Brede Hoed.”
Na de verkiezingen van 2014 gingen jullie op dezelfde manier door.
“Ja, hoewel we inmiddels een College hebben dat geheel uit mannen bestaat. In plaats van Jeannette kwam Jeroen Klaasse als D’66-wethouder en helaas is Maïta gestopt. Nu we ook Erik Boog (D’66) als burgemeester hebben gekregen, maakt hij het kwartet van mannen compleet. Voor mij was het belangrijk om door te kunnen gaan met de decentralisaties. Groen in het buitengebied en Natuur bleven ook mijn terrein. Onderwijs, behalve passend onderwijs en de vroege- en voorschoolse opvang, is naar Jeroen Klaasse gegaan. Na het vertrek van Maïta heb ik Sociale Zaken en de Participatiewet erbij gekregen. Daarom ben ik met Water gestopt. Dat is jammer, omdat ik daar regionaal en landelijk veel in kon doen, rond waterkwaliteit bijvoorbeeld. Maar Diemen gaat voor.”
Zijn er dingen waar je echt trots op bent?
“Ik ben heel trots op de voortgang van de decentralisaties. Het doel is om echte samenwerking mogelijk te maken tussen hulpverleners rond gezinnen. Dat is beleid van de lange adem en dat past mij goed. Dat geldt ook voor mijn streven om het groen rond de bebouwde kom veilig te stellen. Investeren en opstarten is één ding, maar uitvoering en beheer zijn minstens zo belangrijk. Dat wordt over het algemeen niet zo sexy gevonden. Gelukkig laat ik mij daar niet door afremmen. Met het op papier zetten van het Waterplan, het Groenplan en de Structuurvisie is de ontwikkeling van groen en natuur voor vele jaren geborgd. Trots voel ik ook voor de brede scholen. Minister Asscher is persoonlijk wezen kijken bij De Noorderbreedte en was vol lof. Ik heb mij ingezet om de geluidschermen langs de spoorlijn goed ingepast te krijgen. En dan hebben we als College ook hard gewerkt aan De Brede Hoed, De Sniep en Bergwijkpark. De energiecoördinator, een belangrijke wens van GroenLinks bij de Collegeonderhandelingen, is flink op stoom en Diemen is de afgelopen jaren duurzamer geworden. Denk aan de verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen, de ledverlichting op straat en de acties van Samen Zonneenergie, en dat is nog maar een begin. Ik wil ook graag zeggen dat ik heel blij ben met onze leuke, actieve GroenLinks afdeling hier in Diemen. Onze partij vormt een hecht, loyaal en inventief team. ”
Er zijn in je decennium Diemen natuurlijk veel vrolijke momenten geweest. Ik herinner mij hoe je je door een papieren deur heen werkte en je bent ook in oudhollands badpak gesignaleerd.
“De tweede Kunstroute mocht ik openen door mij door een papieren deur te werpen. En dat badpak was het gevolg van mijn uit de hand gelopen waterhobby. Er was een Europese actie voor schoon rivierwater. Wethouders in heel Europa werd gevraagd om gelijktijdig in het water te springen om deze actie te ondersteunen. Van de Nederlandse wethouders die meededen, was ik er één. Wij zijn toen met een paar mensen in De Diem gesprongen, want dat water is schoon. Voor leuke televisiebeelden heb ik toen een ouderwets badpak aangetrokken. Ik heb mij samen met SP fractieleider Martine Haak in een tentje moeten verkleden en in mijn blootje gestaan. Later zei ze tegen me dat in die tent misschien het vertrouwen is ontstaan en de basis is gelegd voor de latere coalitie met de SP.”
Je hebt in deze raadsperiode nog een kleine twee jaar te gaan tot de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018. Wat wil je in die tijd bereiken?
“Ik wil graag de decentralisaties goed doorvoeren, het armoedebeleid borgen en de natuurwaarden en biodiversiteit zo goed mogelijk beschermen. We willen het gemeentelijke wagenpark zoveel mogelijk op elektriciteit laten rijden. En we zoeken naar manieren om huiseigenaren, bewoners en instanties mee te krijgen in de richting van een energieneutraal Diemen. Zo heb ik onlangs gehoord dat Rochdale een pilot overweegt om zonnepanelen op flats in Diemen te plaatsen. Dat is goed nieuws. In de herfst zal GroenLinks Diemen met een thema-avond over klimaatverandering ook weer aandacht voor duurzame ontwikkelingen vragen. Ik heb dus voorlopig genoeg te doen en genoeg uitdagingen.”