Kandidaat nummer 17 voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2018
“Op de middelbare school was ik betrokken bij allerlei acties, zowel van scholieren voor zaken als inspraak van leerlingen, als bij het organiseren van demonstraties tegen heel wat belangrijker misstanden in bijvoorbeeld Spanje of Turkije. Toen ik in 1973 geschiedenis ging studeren in Utrecht, rolde ik daarom als vanzelf de studentenbeweging in. Van daaruit was het logisch dat ik me in mijn eerste echte baan bezig hield met het opzetten van een wetenschapswinkel: een middel om groepen en mensen die niet voor onderzoek kunnen betalen, toch invloed te laten hebben op de agenda van de onderzoekers aan de universiteit.
Daarna studeerde ik een jaar in Parijs, schreef een proefschrift, werkte aan verschillende universiteiten. Sinds 1994 ben ik onderzoeker, bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. In 2011 stapte ik over naar het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Daarnaast ben ik hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Toen mijn vrouw en ik in 1990 een huis zochten in de omgeving van Amsterdam waar onze twee kinderen goed zouden kunnen opgroeien, kwamen we in Diemen terecht. Nog steeds tot onze tevredenheid!
Toen ik studeerde had ik veel vrienden die lid waren van een van de verschillende voorlopers van GroenLinks. Ik vond de verschillen tussen de programma’s van die voorlopers vaak niet zo groot. De aandacht voor milieu van de ene partij waardeerde ik net zo veel als de aandacht voor sociale kwesties van de andere. Het speet me dat ze niet meer samenwerkten. Toen die samenwerking er kwam in de vorm van de fusie tot GroenLinks, ben ik meteen lid geworden. Als lid ben ik ook eens gaan kijken op de vergaderingen van GroenLinks in Diemen. Daar werd op een vriendelijke manier met elkaar omgegaan, en serieus gesproken over wat er in Diemen door de politiek verbeterd kan worden. Heel anders dan de verhalen die je altijd over politiek hoort. In zo’n atmosfeer draag ik graag een steentje bij aan een socialer en groener Diemen.”
Lex Heerma van Voss, november 2017